In de maand 3 tot maand 6 leren babies onderscheid maken tussen verschillende emoties en leren hierop te reageren. Een kind begint met brabbelen en kan oogcontact en brabbelen ook nu onderbreken met als doel te kijken naar andere dingen om zich heen. Er ontstaan sociale verwachtingen, wat goed zichtbaar wordt tijdens bijvoorbeeld contactspelletjes. Babies laten op deze leeftijd een duidelijk reactie op de eigen naam zien door bijvoorbeeld hun spel te onderbreken en zich in de richting van het geluid te draaien.

Differentiatiefase

Maand drie tot ongeveer maand 8. Het kind gaat zich vanuit de warmte en de veiligheid naar de buitenwereld wenden en gaat deze tegemoet met plezier en vertrouwen. De baby verwacht dat anderen wel net zo zullen zijn als moeder. Het kind gaat vergelijken. Het kind gaat ook meer richten op hoe moeder zich voelt. De baby wordt steeds nieuwsgieriger naar anderen en objecten (zoals voorwerpen of simpel speelgoed).

Kan ik de wereld vertrouwen?

Volgens de psycholoog Erik Erickson wordt in de eerste twee jaar het fundament gelegd voor het basisvertrouwen in het leven, in anderen en in de wereld. Als ouders in staat zijn om goed de behoeften van de baby te bevredigen, krijgt het kind een stevige basis. Een kind krijgt sterk het gevoel van vertrouwen in anderen, maar daardoor ook in zichzelf. Het kind is sterk afhankelijk van de ouders om gevoed en gerustgesteld te worden. De bouwstenen van het gevoel van vertrouwen zijn warmte, regelmaat en een flinke dosis liefde en affectie. Als ouders niet voldoende in staat zijn om een stevige en veilige omgeving neer te zetten, is de ontwikkeling van een kind in gevaar. Babies worden gefrustreerd of gaan zich terugtrekken. En zonder dat ze er woorden aan kunnen geven ontwikkelen ze een gebrek aan zelfvertrouwen. Als ouders niet voldoende in staat zijn het basisvertrouwen te leveren, wordt voor het kind de basis gelegd voor het gevoel dat de wereld onvoorspelbaar is en zelfs gevaarlijk. Daarbij moet worden gezegd dat als op momenten de behoeften van een kind niet worden bevredigd en de omgeving niet helemaal veilig is, dat dit natuurlijk geen probleem is. Kinderen worden zo ook voorbereid op een wereld die niet altijd veilig is.

De mijlpalen van de vierde maand:

De baby komt rond de 0.7 kilo aan.

De nek van de baby begint nu echt wat sterker te worden.

De baby kan ook een beetje het hoofd draaien.

De baby kan vanaf de buik naar twee kanten omrollen.

De baby kan zichzelf opduwen terwijl hij/zij op de buik ligt.

De baby kan de ogen op een voorwerp richten en zijn/haar blik enige tijd vasthouden.

De baby grijpt naar objecten en houdt ze vast.

De baby kan wiebelen en schoppen.